provincie Limburg.be provincie Limburg

Nieuwerkerken


Wat is het verhaal achter het concept van de helm?

Drie kunstenaars geven in de helm van Nieuwerkerken een krachtig signaal van vrede om het nooit meer te laten komen tot een oorlog met al zijn ellende, vernielingen en ontberingen.

De gemeente Nieuwerkerken stelde het project voor de betonnen helm voor een hele brede groep open. “Alle kunstenaars van Nieuwerkerken en kunstenaars die we van vorige tentoonstellingen kenden, ontvingen een uitnodiging om eraan deel te nemen”, legt cultuurbeleidscoördinator Linda Vanmarsenille van de gemeente Nieuwerkerken uit. “Ria Ballet, Carina Missotten en Medardo Maseroli reageerden meteen heel enthousiast.” Het gemeentebestuur en de drie kunstenaars vonden het een goed idee om samen een concept voor de helm uit te werken. De samenwerking van de kunstenaars met elk hun eigen achtergrond leverde een mooie artistieke kruisbestuiving op tussen de drie.

Dat het om personen met een zeer verscheiden achtergrond gaat was in het licht van het thema van dit project - verzoening over alle volkeren heen - mooi meegenomen. Medardo Maseroli is afkomstig van Italië. Als 16-jarige hield hij in 1963 zijn eerste tentoonstelling in Scandiano in Reggio Emilia. In 1965 verhuisde hij met zijn familie naar ons land. Spoedig kwam hij in contact met artistieke kringen in Brussel. Hij was toen actief als schilder en raakte al thema’s aan als het geweld van de oorlog, de milieuverontreiniging en de verloedering van de maatschappij. In de jaren ’90 raakt hij in de ban van marmerbewerking, waarvoor hij trouwens in het befaamde kunstatelier Corsanini in Italië in de leer gaat. Hij woont in Heusden-Zolder, maar met een bedrijf in natuursteen in Nieuwerkerken koestert hij een stevige band met de gemeente. Carina Missotten is afkomstig van Wellen, maar ze woont sinds 1984 in Nieuwerkerken, met name in Kozen. Zij volgde diverse artistieke opleidingen, eerst film en fotografie aan de MAD-Faculty in Genk en daarna schilderkunst en vrije grafiek aan de Haspengouwse Academie voor Beeldende Kunsten. Ria Ballet uit de deelgemeente Binderveld volgde lessen bij de Hagelandse aquarelvereniging en ook een workshop in Italië. De Eerste Wereldoorlog vormde eerder al een thema in haar werk.

In een duidelijke taakverdeling hebben de drie kunstenaars de helm artistiek vormgegeven. Linda Vanmarsenille: “Medardo heeft op het bovenste gedeelte vier taferelen in het beton uitgeslepen. In voorstelling 1 zie je bomgaten en kruisen als symbool voor vernieling en dood. Deel 2 stelt traliewerk van een gevangenis voor met het zicht op een onbereikbaar landschap. In tafereel 3 heeft Medardo pluimen uitgeslepen als eerbetoon aan de oorlogsslachtoffers en -strijders en deel 4 wordt gevormd door twee opvallende duiven als teken van vrede.” “Om de uitgeslepen delen visueel te accentueren zijn die met verdunde spuitverf beschilderd. Die techniek heeft Ria Ballet ook toegepast om margrieten aan te brengen die staan voor de herdenking van de oorlogsslachtoffers. Carina Missotten van haar kant heeft op de helm voedselbonnen en aardappelen geschilderd. Zij liet zich daarvoor inspireren door het verhaal achter de QR-code op onze helm. Daarin wordt verteld over de rantsoenering van aardappelen in Kozen.”

 

Wat gebeurde er in Nieuwerkerken tijdens WO I?

AARDAPPELEN  AAN BANDEN — Joseph Bogaerts

De voedselbevoorrading is in het bezette België al snel een groot probleem en leidt tot een gigantische administratie met reglementen, verordeningen, tabellen,  bestraffingen enzovoort. Een groot deel van het werk komt bij de gemeentebesturen terecht.

42
25 augustus 1916. In Kozen, nu een deelgemeente van Nieuwerkerken, verschijnt een tabel. Daarin staat voor elk van de 42 “voortbrengers” opgetekend hoeveel  aardappelen hij moet produceren, hoeveel hij en zijn huishouden er zelf mogen verbruiken en hoeveel hij er dus op de markt moet brengen. Dat ‘op de markt brengen’  moet overigens gebeuren via erkende opkopers-handelaars en met een door de Duitse overheid vastgestelde maximumprijs. Voor elk vervoer van aardappelen moet  zo’n handelaar ook een officiële geleideof vrachtbrief bij zich hebben. Eventjes als particulier bij de teler zelf aardappelen gaan kopen, kan dus niet. Officieel toch niet. Zo’n tabel is een bijzonder leerrijke bron: in Kozen bijvoorbeeld behoren in 1916 van de ongeveer 900 inwoners er 353 tot een landbouwhuishouden, leert de tabel ons.  En alle 42 boerderijen houden varkens, gemiddeld zes.

4400 – 3212 = 1188
Terug naar de aardappelen, een essentieel ingrediënt van de voeding voor mens en dier. Landbouwer Joseph Bogaerts heeft er 40 are van geplant. De geschatte  opbrengst per are is vastgelegd op 110 kilogram en dus beschikt Bogaerts in 1916 officieel over 4400 kilogram aardappelen. Dan begint het aftrekken: zijn huishouden  telt negen personen, die samen recht hebben op een rantsoen van welgeteld 972 kilogram. Z’n twee varkens zijn goed voor 1440 kilogram aardappelen en 800 kilogram van de opbrengst dient als plantgoed voor het jaar nadien. Besluit van de rekensom: Joseph Bogaerts heeft recht op 3212 kilogram aardappelen voor eigen gebruik en moet dus 1188 kilogram in de officiële handel brengen. Voor een grootteler als Joseph Gilot met zijn 5 hectare liggen de cijfers heel anders:  55.000 kilogram opbrengst, 36.500 kilogram te leveren aan handelaars.

RANTSOEN
Om het verbruik van aardappelen onder controle te houden stelt de Duitse overheid, behalve officiële prijzen, ook strenge rantsoeneringen in. Die evolueren in de  loop van vier jaar. Een van de bekommernissen is dat ook mensen uit de stad aan aardappelen moesten geraken. Er komen verder bepalingen voor dieren: terwijl je  begin augustus 1916 varkens nog met aardappelen mag voederen, is dat aan het eind van het jaar in Limburg alweer verboden. En niet zelden eist de bezetter doodgewoon  alles op, zonder vergoeding en ‘voor eigen gebruik’.

Verordening betreffende het benutten van aardappelen tot beroeps- of nijverheidsdoeleinden (Collectie: Rijksarchief Hasselt)