provincie Limburg.be provincie Limburg

Kinrooi


Wat is het verhaal achter het concept van de helm?

Grensoverschrijdend fietsen en wandelen. Hoe vlot gebeurt het vandaag en hoe anders was dat honderd jaar geleden…

Grensgemeente Kinrooi werd in de Eerste Wereldoorlog hermetisch afgesloten met een brede elektrische draadversperring. Een hoogspanning van 2.000 volt moest tussen 1916 en 1918 de Belgen – en andere vluchtelingen - beletten om het neutrale Nederland te bereiken. Wie de ‘Dodendraad’ wilde passeren, liep groot gevaar. Door de opstelling van de draad, werden veel families van elkaar gescheiden. Die constante dreiging door de elektrische draad is ook in Kinrooi het hoofdthema van het kunstwerk op de Stahlhelm. Het object kreeg een complete metamorfose in de handen van lokaal talent Christiaan Vrinssen. “Christiaan woont in Molenbeersel en is graffitikunstenaar. Hij heeft dit deel van de geschiedenis heel mooi tot uiting gebracht. We vinden het fijn dat we voor dit project een relatief jonge vorm van kunst in contrast hebben kunnen brengen met een oud thema als oorlog”, legt Hubert Van Eygen van de gemeente Kinrooi uit.

Christiaan maakte een ontwerp met zijn eigen interpretatie van de elektrische draad. “Het is een sober en eenvoudig kunstwerk geworden en dat vinden we erg geslaagd. Bovenaan zie je de zonsondergang, onderaan de draadversperring van prikkeldraad en houten palen,” beschrijft Hubert. “De grensafsluiting is op enkele plaatsen doorgeknipt. Geen enkele Duitse soldaat zal de uitwisseling tussen België en Nederland nog tegenhouden. Net als nu. “Vandaag werken we heel veel samen met onze buurgemeenten in Nederland, voor projecten als Grenspark Kempen-Broek, de grensplassen, Agropolis. Die grensoverschrijdende samenwerking wilden we ook tot uiting brengen in dit kunstwerk.”

 

Wat gebeurde er in Kinrooi tijdens WO I?

GEMENGDE GEVOELENS — De Maeseyckenaar

Van december 1916 tot oktober 1918 verschijnt het maandblad De Maeseyckenaar, en wel in de Franse stad Le Havre. Het is een van de vele frontblaadjes die lokaal  nieuws brengen voor de “wapenbroeders, strijdmakkers, vrienden en stadgenooten van ’t aloude Maeseyck.” De Maeseyckenaar biedt onder meer veel informatie over  Kinrooi en de Dodendraad. De ironie wil dat de makers van het blad dat nieuws kunnen brengen omdat het “door de mazen van ’t dodend ijzeren net heenglijdt”!


LICHTEKOOIEN
In november 1917 brengt de redactie een verrassend beeld van ‘de draad’. Dat de grens streng bewaakt wordt, is bekend, en dat de sfeer aan de draad grimmig is,  ook. Maar een van de ándere bedoelingen van de draad, volgens de schrijver in De Maeseyckenaar, is minder bekend. Die is volgens hem ook gespannen “tegen het  deserteeren van hunne feldgrauen. ’t Is verschrikkelijk ( en o! zoo aanmoedigend voor ons) hoeveel er de grens over trekken. [...] Verscheidene Duitschers bleven in  den laatsten tijd bij hunne poging tot ontvluchten aan den draad hangen.” Al in maart 1917 bericht De Maeseyckenaar onder ‘Kessenich’: “Twee Moffen hadden ook hier in de omstreken een paar lichtekooien weten te bekoren en zijn er nu mede de grens over getrokken. Soort zoekt soort!”

EEN TREURIG EINDE
De vele Kinrooise draadberichten in De Maeseyckenaar zijn, zoals te verwachten valt, zeer gemengd: er wordt vaak hulde gebracht aan jongemannen die “gelukkig over  den moordenden draad zijn geraakt” om vervolgens naar het front te trekken. Ook vrouwen en kinderen raken de draad over, ondanks de bewaking en de honden die  ‘de Moffen’, zoals De Maeseyckenaar de Duitse militairen consequent noemt, inzetten. In veel gevallen volgt dan een straf voor de inwoners van de betrokken gemeente: een boete, een verstrengde avondklok... Wie aan de draad wordt gevat, krijgt doorgaans een gevangenisstraf. En dan zijn er natuurlijk de  dodelijke slachtoffers. In maart 1918, onder Ophoven: “De dochter van den smid Broens (Betje van den Masterd) werd bij Neeritter langs de grens doodgevonden.  Men denkt dat ze den elektrischen draad aangeraakt heeft; anderen nochtans beweren dat ze door de moffen neergeschoten werd. Een treurig einde voorwaar.” Het  allerlaatste bericht is van oktober 1918: “Molenbeersel. Thieu van Luis en Door van Scheelkeubken trokken op ‘nen viezen nacht van de maand Augustus den sperdraad over. Dat ze maar  gauw op ’t front aanlanden en een handje toesteken; zij zijn best bruikbaar.”

De elektrische draad in Kessenich (Collectie Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi)

In samenwerking met Villa Basta organiseerde het PCCE aansluitend bij de multimediale tentoonstelling 'Limburg 1914-1918. Kleine verhalen in een Groote Oorlog' in C-Mine te Genk een workshop voor jongeren. Deelnemers konden experimenteren met enkele creatieve vormingstechnieken en animatiefilmtechnieken. Doel was de jongeren kennis te laten maken met de geschiedenis van één van de 44 Limburgse gemeenten tijdens WO I. Bekijk hier de verfilming van het bovenstaande verhaal door jongeren: