provincie Limburg.be provincie Limburg

Bree


Wat is het verhaal achter het concept van de helm?

1.600 gezichtjes kijken je aan vanop de Breese helm. Hun indringende ogen zetten je aan het denken, over oorlog en over vrede.

De helm werd bewerkt door leerlingen van de plaatselijke kunstacademie, van 7 tot 17 jaar oud. Zij beschilderden honderden ronde rivierkeien in zwart, wit en grijs. Eenvoudige kleuren, ze doen denken aan een oude foto. “We vonden onze inspiratie in het verhaal van Jeanneke Vanden Bosch, de Breese heldin uit de Eerste Wereldoorlog”, legt cultuurbeleidscoördinator An Wynants uit. “In het stadsmuseum bevindt zich een ovaal portret van haar, dat veel indruk heeft gemaakt en dat we hebben gebruikt ter inspiratie.”

Jeanneke werd in 1892 geboren als Jeanne Jagers en werd geadopteerd door Octaaf en Charlotte Vanden Bosch, die zelf geen kinderen konden krijgen. Ze groeide op tot een beeldschone jonge vrouw. Tijdens de oorlog legde ze contact met het verzetsnetwerk Cereal Company. De Duitsers kregen haar al snel in het vizier en ze pakten haar op. Het verhaal gaat dat ze zou worden geëxecuteerd, maar dat dat op het nippertje voorkomen kon worden. “Haar oom was privésecretaris van de koning en hij zou daarin een rol hebben gespeeld.” Na de oorlog werd Jeanne beschouwd als een echte heldin. De leerlingen van de academie maakten hedendaagse portretten, geïnspireerd door Jeanneke Vanden Bosch. “Veel andere gemeenten hebben hun helm beschilderd, wij wilden het wat anders aanpakken en kozen voor een driedimensionaal project. De stenen zijn op de helm bevestigd en dat geeft een leuke variatie, een heel ander reliëf.” In totaal gaat het om 1.600 stenen. De indringende ogen zetten aan tot denken, over oorlog en over vrede.

 

Wat gebeurde er in Bree tijdens WO I?

VERTROUWELING  VAN DE KONING — Jules Ingenbleek

Toen Jules Ingenbleek (1876) zijn studies aan het Hasseltse atheneum afbrak om mee voor inkomsten te zorgen voor het kroostrijke Breese gezin van  hoofdonderwijzer Frans Ingenbleek en Mathilde Missotten, kon niemand voorspellen dat deze ambtenaar bij het ministerie van Financiën vanaf 1900 een naaste  medewerker van prins Albert zou worden, de latere oorlogskoning...

GEHEIMSCHRIJVER
Ingenbleek komt in contact met het hof als na Alberts verloving met de Beierse prinses Elisabeth het prinselijk secretariaat wordt uitgebreid. De keuze valt onder  meer op hem, als ‘bediende op proef’. De volgende tien jaar groeit hij uit tot een vertrouweling, en in 1910 benoemt Albert Ingenbleek, die intussen ook een doctorstitel heeft  behaald, tot zijn privésecretaris. Eind 1912 wordt hij secretaris van de koning en koningin en stuurt de Breese gemeenteraad een telegram met felicitaties aan de  “geheimschrijver van  Zijne M. den Koning”. Dat is zijn functie als in 1914 de oorlog uitbreekt. Ingenbleek overtuigt koning Albert er mee van om begin oktober het  belegerde Antwerpen te verlaten. In Antwerpen dreigt Albert, die daar zelf wilde blijven, krijgsgevangen te worden genomen. Eerder al, in augustus, zou mede dankzij  Ingenbleek een Duitse wraakactie in Bree zijn vermeden. In De Panne, waar de koninklijke familie zich in een villa achter het front vestigt, is Jules Ingenbleek de enige burgerlijke hofdignitaris te midden van alle militaire bedrijvigheid: opnieuw een bewijs van zijn nauwe band met de koning. Toch wordt gaandeweg duidelijk dat  Ingenbleek lang niet van alles op de hoogte is en dat zijn invloed kleiner wordt. De man heeft weinig buitenlandse ervaring en kan behoorlijk vrijpostig en brutaal uit de  hoek komen, zoals Albert zelf schrijft. Ingenbleek krijgt de opdracht om een studie uit te voeren naar de hervorming van het belastingssysteem, zijn specialiteit. Daartoe verblijft hij doorgaans in Frankrijk.

LOPPEM
Als Ingenbleeks stadsgenoot Paul Vandermeulen, een jonge priester, in 1917 opkomt voor de Vlaamse zaak en de Vlaamse grieven aan het front een prominente  zaak worden, bepleit Ingenbleek in juli 1917 bij de koning vermoedelijk nog de benoeming van de Vlaming De Ceuninck tot minister van Oorlog. Hij legt ook even  contact met de Vlaamsgezinde Marie-Elisabeth Belpaire om het opkomende protest te proberen sussen. Meteen nadien vertrekt hij weer naar Frankrijk. Tegen het einde van de  oorlog, als de kabinetschef van de koning na een val van zijn paard is overleden, treedt hij weer op de voorgrond, als Albert tijdens het bevrijdingsoffensief in het  kasteel van Loppem verblijft.

Jules Ingenbleek in het gezelschap van koning Albert I, prinses Marie-José, prins Leopold en de privéleraar; foto genomen door koninging Elisabeth (Collectie Jo Corstjens)